JD McPHERSON - PEER 16/07/11

Artiest info
Website  
 

PEER 16/07/11

Recensie

 

 

We spreken met JD McPherson net na zijn flamboyante optreden op het R&B Festival in Peer. Labelmanager, cd-producer en contrabassist Jimmy Sutton komt erbij zitten. 

Het concert van vandaag was het laatste van je Europese tournee. Hoe kijk je erop terug?

JD: Ik heb hier momenten beleefd die tot de beste tijd van mijn leven behoren. Ik vond het allemaal heel speciaal en het liep ook steeds beter en beter. Het optreden van vandaag was dan ook een zeer mooi eindpunt voor deze tour.

Verkies je grote festivals boven optreden in kleinere muziekclubs?

JD: Weet je, dat is zo verschillend. Ik hou enerzijds van het spelen in kleine, intieme clubs maar ik zeg er meteen bij dat een optreden als vandaag ook heel leuk is om te doen. Het zijn twee totaal verschillende invalshoeken van waaruit je het publiek benadert.

Even peilen naar je prille muzikale invloeden. Wat was de het eerste nummer dat je niet uit je hoofd kon bannen?

JD: Oh nee...., ik herinner me de eerste popsong die ik hoorde als vijfjarige. Dit zal vast niet erg cool klinken voor Rootstime, hahaha!  Mijn zuster gaf me haar walkman met daarop muziek van haar favoriet bandje, Duran Duran. Ik luisterde naar 'The Reflex' en het klonk als snoepgoed. Vergeleken met de kerkmuziek die ik al wel eens hoorde, leek dit gewoon snoepgoed voor de oren, begrijp je? Later toen ik op highschool zat was mijn favoriet nummer 'I Wanna Be Sedated' van The Ramones. 

Hoe geraakte je later geïnteresseerd in de muziek van de fifties en de vroege sixties?

JD: Dit had voor mij alles te maken met het ontdekken van Buddy Holly. Zijn stuff op Decca, weet je wel? Iemand van een platenwinkel bracht me ermee in contact en ik herinner het me nog goed dat dit een ware vonk in mij teweeg bracht.

Jouw “Signs & Signifiers” is één van de gezondste, meest opgewekte platen van het jaar.  Heb je deze met evenveel plezier gemaakt als ze klinkt, of was het gewoon hard werken?

JD: Goede vraag... Het bleek één van de gemakkelijkste dingen die ooit deed. De plaat werd opgenomen in één magische week in Chicago en deze meneer naast mij (Jimmy Sutton, nvdr) heeft daar alles mee te maken. Ik kende Jimmy al geruime tijd en voelde meteen aan dat het goed klikte tussen ons. Schitterend gewoon, nietwaar Jimmy?

JS: Ja... we spraken er al ruim een jaar over om een plaat te maken. Tijd te over om alle zaken te bespreken en de juiste chemie op te bouwen. Wanneer JD uiteindelijk afreisde naar Chicago had hij al enige songs helemaal klaar. Enkele andere songs werkte hij af tijdens het opnameproces en er waren er ook bij die we tijdens die week vanuit het niets creëerden. We werkten non-stop en bijzonder hard die week maar het gebeurde in de best mogelijke omstandigheden en dit alles samen in een prima werksfeer. Niet dat er geen enkel probleem opdook, maar we wisten het steeds op te lossen.

Jimmy, de plaat werd opgenomen in jouw bijzondere Hi-Style Recording Studio in Chicago die volgepakt staat met allerlei analoog opnamemateriaal. Wat is jouw filosofie achter die Studio?

JS: Wel, uit eigen ervaring weet ik dat een goede studio waar je je op je gemak voelt en waar je vrij kan experimenteren moeilijk te vinden is. Zowel JD als ikzelf zijn controlefreaks en dat maakt het nog moeilijker om in een studio je ding te doen. Niet dat we andere mensen niet vertrouwen maar we doen het vooral het liefst allemaal zelf. Daarom voel ik me in mijn eigen studio het best.

Daarenboven beschik ik over een schitterende sound engineer Alex Hall, tevens de drummer op de plaat en samen verkrijgen we de beste resultaten om in deze omgeving te werken. De filosofie is eigenlijk simpel: als het op te nemen materiaal goed klinkt kunnen we er ook een goede opname van maken. We hebben hiervoor enkele oude microfoons en allerhande opnamemateriaal van vroeger gerestaureerd.  Alles gaat onmiddellijk op band hetgeen de opnames de juiste kleur geeft. Het werkt eigenlijk allemaal heel organisch. De ene dag neem je iets op waar je tevreden over bent en de volgende dag probeer je dezelfde sound opnieuw te vinden en dan lukt het je niet. You have to roll with it... In ieder geval zijn we heel tevreden over het resultaat van de gemaakte opnames.

JD, je muziek wordt vaak omschreven als Rockabilly. Klopt dit volgens jou of is het meer dan dat?

JD: Als je het antropologisch zou beschouwen zit er eigenlijk niet zoveel rockabilly in mijn muziek. Het is dus meer dan dat. Misschien neigt het meer naar rock'n'roll? Let op, ik hou van rockabilly... maar wat is rockabilly eigenlijk?  Het blijft een interessante vraag.

Momenteel lijkt er een soort van revival aan de gang van rockabilly / roots music /  early rock'n'roll..., zowel in de States als in Europa. Hebben jullie daar enige verklaring voor?

JD: Ik denk van wel. De muziekindustrie probeert telkens opnieuw bepaalde trends te steken in wat zij uitbrengen. Mensen gaan daar voor een stuk in mee maar zetten zich er ook weer op een bepaalde manier tegen af. Amerikanen bijvoorbeeld zijn grote consumenten. Ze nemen iets en ze gooien het even later weer weg.

Wat er de laatste tien jaar werd uitgebracht in de muziek had nog weinig echte ziel. Als reactie beginnen mensen dan te beseffen: "Hey, zo iemand die speelt en zingt en een eigen toon en sfeer creëert, dat is toch wel fantastisch". Hierdoor komt het volgens mij dat bands als de 'The Black Keys' nu populair zijn. Deze jongens zijn zwaar door de blues beïnvloed en mensen kunnen zich ermee verbonden voelen. Dat is heel belangrijk. Dit gevoel krijg je niet als je naar de laatste Lady Gaga plaat luistert of iets van die strekking. Let op, mijn kinderen zijn daar gek op, maar zullen ze er over vijf jaar nog van houden? Waarschijnlijk niet.

JS: Ik vind Lady Gaga best wel getalenteerd. Maar de productie van haar platen is inderdaad zielloos. Het is iets wat je vaak ziet gebeuren bij getalenteerde mensen... Maar terugkomend op je vraag over de rockabilly revival denk ik dat die muziek nooit weggeweest is. Voorbeelden genoeg vanaf de fifties tot op heden. Maar als die vraag opduikt is dit een teken dat rockabilly plots weer in de mainstream is geraakt. Bewijs hiervan is dat mensen uit de Amerikaanse muziekindustrie nu plots ook in onze muziek geïnteresseerd geraken. Je zou overigens kunnen zeggen dat er ook een soort van soul revival aan de gang is en ook daar worden we op aangesproken want er zit erg veel soul in de zang van JD. Niet dat ik denk dat we echte soul music maken, maar we zijn toch soulful.

Ik hoorde van een vriend dat jullie volgend jaar zullen optreden op het beroemde Viva Las Vegas Festival...

JS: Wat? Is dat nieuws hier al bekend? Wij hebben nog niets getekend... (lacht en houdt daarna zijn lippen stijf op elkaar) (Ondertussen staat JD McPherson officieel op de affiche van dit  Amerikaanse topfestival, nvdr)

Betekent de titel van jullie plaat “Signs & Signifiers” iets bijzonders?

JD: Jimmy en ikzelf zaten beiden op de kunstschool en daar moesten we dingen lezen over semiologie waarin er zwaar wordt doorgeboomd over de betekenis van allerlei tekens. Ik vond het cool dit gegeven te verbinden met de tekens die je ziet als je van iemand houdt. Daar gaat de song ook over en het werd de titel van onze plaat.

Ben je tot op heden tevreden over hoe je album is ontvangen?

JD: Ik vind het verbazingwekkend wat de plaat teweeg bracht. We wilden gewoon een goede traditionele rock'n'roll plaat maken en deden het allemaal zelf. Ook de video voor 'North Side Gal' deden we zelf...

JS: ...daarom zie je nooit meer dan twee mensen in één shot (algemeen gelach).

JD: Neen, echt waar, ik had nooit verwacht dat het ons zou brengen waar we nu staan.

Is het anders om te spelen voor een Europees dan voor een Amerikaans publiek?

JD: We hebben eigenlijk nog niet veel gespeeld in de States. Het optreden in Chicago was fantastisch... We merken wel dat mensen die naar ons optreden komen kijken telkens weer overtuigd geraken.

JS: Het is allemaal nog zo nieuw dat de meeste mensen ons nog niet kennen. Maar als ze ons eenmaal gehoord hebben...

... dan krijgen jullie een enorm goede respons, zoals hier in Peer...

JS: Ja, het was alleszins geweldig om hier onze Europese tour af te sluiten.

Laatste vraag: voor welke muzikale held, dood of levend, zouden jullie het liefst het voorprogramma verzorgen? 

JD: Elvis?

JS: Hm, Charlie Rich.

JD: Ik weet het. James Brown and The Famous Flames, The Rolling Stones, circa 1972 en The Clash... Hm, dat zou mooi worden.

Wel, ik dank jullie hartelijk voor dit interview.

JD en JS: Bedankt in ieder geval voor de support!

Shake